door Frans-Vlaanderen van Eecke naar Cassel
Door Frans-Vlaanderen tussen Catsberg en Cassel. Start vanuit Eecke.
Parkoers: Eecke – Saint-Sylvestre-Cappel – Terdeghem – Cassel – Oxelaere – Saint-Marie-Cappel – Saint-Sylvestre-Cappel – Eecke.
De route had ik thuis voorbereid en op mijn GPS opgeladen. Het kerkje van Eecke was mijn vertrekpunt. Het dorpje ligt ten zuiden van Steenvoorde en ongeveer halverwege tussen Cassel en de Mont des Cats. De houten klokkentoren of “Klockhuis” van Eecke staat midden het kerkhof naast het kerkje.
Ik stapte eerst richting Saint-Sylvestre-Cappel en daarna naar het piepkleine Terdeghem. Voor mij lag het kleine stadje Cassel boven op de gelijknamige heuvel en achter mij de Mont des Cats. Ik wandelde een poosje naast de prille Ey Becque of Heidebeek die wat verderop de grens vormt tussen België en Frankrijk en in Haringe in de Ijzer uitmondt.
Net voor Terdeghem bereikte ik het traject van de GR128 of Frans-Vlaanderenroute. Deze GR-route zou ik verder volgen tot Cassel. Het Café-rando “Estaminet Kerk hoek” in Terdeghem bleek helaas gesloten op zaterdagvoormiddag. Dus dronk ik maar een slok water op een bankje voor het café. Het dorpje lag er heel rustig en vredig bij op deze mooie zaterdagmorgen.
Daarna ging het langzaam bergop. Ik passeerde eerst langs de flank van de Mont des Récollets (of Wouwenberg) en begon daarna aan de beklimming naar Cassel. Onderweg kon ik genieten van enkele mooie panorama’s en ik waagde mezelf aan een selfie. De Mont Cassel is 176 meter hoog en is daarmee de hoogste heuvel van de Frans-Vlaamse Westhoek. In het café “Aux Trois Moulins” bij de kerk van Cassel trakteerde ik mezelf eerst op een frisse pint en wandelde daarna tot helemaal boven tot bij de Casteelmeulen. In het park bij de molen staat het monument van maarschalk Foch, die hier tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn hoofdkwartier had. Van hieruit wordt men bellond met prachtige vergezichten over het “Pays de Cassel”. In het landschap kan men nog duidelijk enkele van de “kaarsrechte” heerwegen ontwaren die in de Romeinse tijd vanuit het Castellum Menapiorum vertrokken. Vooraleer ik aan de terugtocht begon, genoot ik op het stemmige marktplein nog van een Picon Vin Blanc.
Ik daalde af tot bij de kleine dorpskern van Oxelaëre, een pittoresk dorpje aan de voet van de Mont Cassel. De mooie kleine Sint-Maartenskerk is een bezoek waard, maar het gebouw was gesloten. Wat verder staat de “Ferme des Templiers”. In het winkeltje bij de boerderij kan men allerlei producten kopen zoals de ambachtelijk bereide kaas : “Boulet de Cassel”.
Van Oxelaëre wandelde ik verder naar Sainte-Marie-Cappel en van daaruit verder naar Saint-Sylvestre-Cappel. Vanaf Sainte-Marie-Cappel zou ik verder de geel-rode tekens van de streek-GR Heuvelland volgen tot Eecke. Eventjes buiten Sainte-Marie-Cappel passeerde ik de bron van de Penebeek, een zijriviertje van de Ijzer. De lange kaarsrechte “chemin de Borre” leidde me bijna tot bij de TGV-lijn van Lille naar Londen. Op mijn terugweg had ik nu voortdurend de Mont des Cats in het vizier. In Saint-Sylvestre-Cappel wordt het streekbier “3 Monts” gebrouwen. De streek GR-Heuvelland loopt echter niet door de dorpskern. Een lang graspad, dat ik herkende van het “Circuit du Klockhuis” bracht me terug tot bij het kerkje van Eecke.
Het was genieten van het prachtige weer, het zonnetje en de mooie landschappen van Frans-Vlaanderen.
Reacties
Een reactie posten