Door de frontstreek rond Fromelles in Noord-Frankrijk (26 mei 2022)

 Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd op 19 en 20 juli 1916 in de omgeving van het Noord-Franse Fromelles hevig gevochten. Het dorpje ligt in de Weppes, de regio ten westen van Lille.

Tijdens de veldslag trokken Australische en Britse troepen ten aanval en bestormden de Duitse stellingen en linies. Fromelles was voor het Australische leger de eerste grote operatie in Frankrijk. De operatie was niet goed voorbereid en werd een complete mislukking voor de geallieerde troepen. Er vielen dan ook heel wat doden en gewonden.

Tijdens de wandeling stapte ik dan ook voorbij heel wat bunkers, gedenktekens, monumenten en soldatenkerkhoven, littekens van de Groote Oorlog.

Ik passeerde voorbij het Australian Memorial Park. Hier was in 1916 de Duitse frontlinie. Te midden van de restanten van enkele Duitse bunkers staat het indrukwekkende standbeeld “Don’t forget me, cobbers”. Het monument geeft weer hoe de Australische sergeant Simon Fraser een gewonde kameraad (cobber) op zijn schouders van het slagveld draagt.

Enkele honderden meter verder ligt het V.C. Corner Australian Cemetery. Op deze begraafplaats liggen enkel Australische soldaten begraven. De stoffelijke overschotten van 410 niet-geïdentificeerde Australische soldaten liggen er begraven in twee massagraven.

In het dorpje is er een museum over de Slag bij Fromelles en vlakbij ligt het Pheasant Wood Military Cemetery, dat in 2010 werd ingewijd. Hier liggen de lichamen begraven van 250 Australische en Britse soldaten, die in 2009 werden opgegraven uit vijf massagraven in het nabije Fazantenbos.

Mijn fotoreeks van de wandeling: Fromelles 26 mei 2022

Door Frans-Vlaanderen tussen Bailleul en de Mont des Cats (17 mei 2022)

 Wandeling door Frans-Vlaanderen via het grensoverschrijdende wandelnetwerk Heuvelland/Monts de Flandre.

Ik vertrok vanuit het stadje Bailleul en wandelde door het licht golvende landschap tot aan de voet van de Mont des Cats.

Bailleul, in het Vlaams Belle genoemd, is gelegen net over de grens, de “schreve” en ten zuiden van de heuvelrug die zich uitstrekt van de Mont Watten tot aan de Kemmelberg. Het stadje maakte tot in de 17de eeuw deel uit van het graafschap Vlaanderen en had in de middeleeuwen zoals vele andere Vlaamse steden een bloeiende lakennijverheid. Later werd het stadje een gerenommeerd centrum van la dentellerie: het “kantklossen”. Op het einde van de Groote oorlog werd Bailleul volledig vernield. Om het Vlaamse karakter van de stad te benadrukken werd het stadje bewust wederopgebouwd in de neo-Vlaamse stijl.

Daarna wandelde ik vanaf de Mont des Cats via de flanken van de Mont Noir naar het dorpje Sint-Jans-Cappel. Van hieruit stapte ik terug naar Bailleul.

Het dorpje Sint-Jans-Cappel ligt ten zuiden van de Mont Noir. Het vroegere gemeentehuis is nu een museum over Marguerite Yourcenar. Deze schrijfster werd in 1980 als eerste vrouw toegelaten tot de Académie Française. Als kind bracht zij haar zomervakanties door in het landgoed van haar familie op de Mont Noir. Alhoewel zij later emigreerde naar Maine in de Verenigde Staten, waar zij het belangrijkste deel van haar oeuvre schreef, bleef ze voor altijd verbonden met deze plek in Frans-Vlaanderen: “de streek waar ik voor het eerst in mijn bestaan werd geconfronteerd met de zuiverheid en de kracht van de grote dingen: het water, de lucht en de aarde”

Mijn fotoreeks van de wandeling: Bailleul 17 mei 2022