GR121 van Montreuil-sur-Mer naar Verlincthun

Veertiende (en voorlaatste) etappe van de GR121: van Montreuil-sur-Mer naar Verlincthun.
Vorige week strandde onze GR121-tocht in Montreuil-sur-Mer, een vestingstadje op een boogscheut van de Côte d’Opale. We waren zo nog een 65-tal kilometers verwijderd van onze eindbestemming: Boulogne-sur-Mer. We planden twee etappes om deze afstand te overbruggen. Om niet nodeloos weg en weer te rijden naar West-Vlaanderen, reserveerden we een slaapplaats op een camping in Verlincthun. De GR121 loopt niet door het dorpje zelf, maar een paar kilometer zuidelijker. Het beloofde dus opnieuw een stevige tocht te worden. Gelukkig voorspelde de weerman geen tropische temperaturen. En inderdaad het werd niet warm want we wandelden bijna de ganse tocht in de nevel. Het leek wel een herfstdag in de maand juni. Na de middag brak het zonnetje door het grijze wolkendek.
We maakten eerst een ommetje door de oude binnenstad van Montreuil. We verlieten daarvoor het GR-pad, dat enkel over de vestingen loopt. Ook hier was de beroemde vestingbouwer Vauban gepasseerd. Het duurde een poosje vooraleer we een bar/tabac vonden waar we onze croissants konden opeten bij een “Franse” espresso: ons vast ritueel in Frankrijk. We dwaalden nog eventjes over de zaterdagmarkt en trokken dan op pad.
Het eerste dorpje op onze route was La Caloterie. Hier wachtte een straathond ons op bij de “Mairie” en zou ons een heel eind vergezellen. We wandelden over onverharde paden en graspaden door de weilanden in het dal van de Canche. Het riviertje mondt wat verder in Etaples uit in de zee. Onze trouwe, bruine metgezel bleef maar voor ons uit lopen en wachtte ons op bij elk kruispunt of splitsing en liep dan verder gedwee met ons mee.
Toen we in het plaatsje Enocq eventjes uitrustten in een café, duwde hij nieuwsgierig zijn snoet tegen de ruit van de deur. We dachten dat de viervoeter ons zou opwachten, maar toen we vertrokken was de hond verdwenen. Even buiten het dorpje verlaat de GR121 de weg en leidde een onverhard pad ons tussen vijvers. Zo te zien had het hier de laatste dagen flink geregend want het water stroomde over het pad van de ene vijver naar de andere. Waren we verkeerd gelopen? Volgens de GPS volgden we de goede route en eventjes voordien hadden we nog rood-witte GR -tekens opgemerkt. In elk geval zakten we steeds dieper tot over onze enkels weg in de modder tot het pad uiteindelijk een beekje werd. Er bleef niks anders over dan op onze stappen terug te keren en de “droge” route departementale te nemen, die parallel loopt aan het rivierpad. In Bréxent-Enocq kwamen we opnieuw op het goede traject.
In het dalletje stroomt de Dordogne, een zijriviertje van de Canche en niet te verwarren met de rivier in het gelijknamige departement in het Zuidwesten van Frankrijk. We volgden een onverharde weg die ons uit het dal van de Dordogne omhoog stuurde. Door de nevel viel er van de omgeving niet veel te zien en wat later waren we verrast toen plots voor ons een grote windmolen zichtbaar werd.
In het piepkleine Bernieulles rustten we eventjes uit op een bankje. De koelte van schaduw moesten we vandaag niet opzoeken. Enkele spelende kinderen zorgden voor wat “leven” in het dorpje. Voor de rest heerste hier de stilte. We dronken wat water en proefden van een stuk Camembert du Boulonnais, die we op de markt hadden gekocht.
Via het gehuchtje Enguinehaut, amper enkele huisjes, stapten we naar Thubeauville. Het GR-pad volgde hier een ander traject dan de GPX-track op mijn GPS. Het viel ons op dat er nauwelijks leven te bespeuren viel in deze streek en in de verstilde dorpjes. Er volgde een scherpe afdaling naar Sequières en daarna een klimmetje over een graspad. De zonnestralen priemden nu schuchter door de nevel. Het lager gelegen stadje Samer lag reeds volop in de zon. De GR liep nu pal westwaarts over een kaarsrechte “départemental”. In Le Haut Pichot verlieten we de GR121 en begonnen aan de afdaling naar Verlincthun. Een moedig groepje wielertoeristen begon aan de beklimming van “Le Haut Pichot” en zwoegde zich naar boven.
Het werd inderdaad opnieuw een ferme etappe met een redelijk vlakke aanloop. In de tweede helft kregen we opnieuw wat flinke kuitenbijters en scherpe afdalingen te verwerken. Het was een aangename kennismaking met deze mooie wandelstreek: de Boulonnais.
In een Auberge in Saint-Aubin kwamen we op krachten voor de slotetappe naar Boulogne-sur-Mer.









Reacties

Populaire posts van deze blog

Wandelnetwerk Pays de Cassel

over het strand en door de duinen naar Bray-Dunes en Zuydcoote