zondag 30 september 2018

Door de vallei van de Scarpe vanuit Biache-Saint-Vaast

Georganiseerde wandeling door de wandelclub van Biache-Saint-Vaast: La Balade Biachoise

De wandeltocht trok door de vallei van de Scarpe en door het open, golvende landschap van deze streek ten oosten van Arras. Langs de Scarpe tussen Biache-Saint-Vaast en Arras zijn er heel wat moerassen en visvijvers. We stapten ook rond het “Lac Bleu”, een vroegere kalksteengroeve. Het meer wordt gebruikt als duikplaats en kreeg de naam “Lac Bleu” omdat de krijtondergrond voor een speciale blauwe kleur zorgt. Op de parking waren duikers zich aan het omkleden.

Ook in het noorden van Frankrijk is het jachtseizoen volop bezig. Geregeld weergalmden schoten uit jachtgeweren en hier en daar zagen we groepjes jagers met hun honden door de akkers en velden struinen jagend op wild.

Op weg naar Pelves werden we aangesproken door een man in een voorbijrijdende wagen. Hij raadde ons nogal nors en bazig aan om tijdens een wandeling in het jachtseizoen steeds fluorescerende kledij aan te trekken zodat men goed opvalt. Aan de gebiedende toon van de man te horen had  redetwisten geen enkele zin. Ik bedankte hem voor de goede en wijze raad. En inderdaad de man heeft gelijk want jaarlijks gebeuren er jachtongelukken.

Hier vind je verslagen van eerdere wandelingen in deze streek: Biache 21 juli 2016 en de GR121 tussen Lécluse en Arras.

Mijn fotoreportage: Biache-Saint-Vaast 30 september 2018









zaterdag 29 september 2018

vanuit Westouter over de frontiere naar Boeschepe

Wandeling over het grensoverschrijdend wandelnetwerk Heuvelland-Monts de Flandres.

Ik startte mijn tocht vanuit Westouter, een mooi dorpje in het West-Vlaamse Heuvelland, gelegen aan de voet van de heuvelrug gevormd door de Rode en Zwarte Berg. Ik kwam weldra over de “Frontiere”, zoals de grens tussen Frankrijk en België hier wordt genoemd. Het herfstzonnetje deed deugd en weldra kon ik verder wandelen in “korte” mouwen.

In de verte zag ik de torens van Poperinge, het Helleketelbos, de kerk van het grensdorpje Abeele en de Mont des Cats. In het Noord-Franse dorpje Boeschepe pauzeerde ik eventjes in het café rechtover de kerk. Het was tijd voor de “apero” er was dus heel wat volk. Ik werd met een warme handdruk vriendelijk begroet door de binnenkomende klanten.

Aan de voet van de Boeschepeberg staat een windmolen: de “Ondankmeulen”. In het “Estaminet de Vierpot” naast de molen kan men iets eten of drinken.

Via de Boeschepeberg en de Kokereelberg stapte ik terug naar Westouter.

Prachtige wandeling in deze mooie heuvelachtige regio.

Mijn fotoreportage: Westouter 29 september 2018









zaterdag 8 september 2018

Wandeling door "le Pays de Valois"



4de editie van de Rando Saint-Rieul: doorheen "Le Pays de Valois"

In Trumilly, in het departement Oise, werd voor de 4de keer de “Rando Saint-Rieul” ingericht door de plaatselijke wandelclub.

De tocht ging richting Duvy en Crépy-en-Valois, gelegen in het hart van het land van Valois, het huis van de hertogen van Valois. Het oude gedeelte van het stadje is door vestingen ommuurd.

De terugweg ging via Séry-Magneval, waar de club een bevoorrading had voorzien. Daarna wandelden we door de vallei van de Baybelle naar Rocquemont. Het dorpje heeft een prachtig Romaans kerkje en werd gebouwd rond 1130 en later meermaals verbouwd met gotische elementen.

Op het einde van de wandeling werden we nog getrakteerd op een Saint Rieul, gebrouwen in de plaatselijke brouwerij: St Rieul

Het was een mooie wandeling door het open, golvende landschap van de Valois.

Mijn fotoreportage: Trumilly 8 september 2018






Wandelen in de streek rond Compiègne: de vallei van L'Automne

Wandeling: Circuit “Les Ruines de Champlieu” (departement Oise)
We begonnen de wandeling aan het kerkje van Orrouy, gelegen in de diep ingesneden vallei van “L’Automne”, een zijriviertje van de Oise. Het dorpje ligt een vijftiental kilometer ten zuiden van Compiègne. We parkeerden onze wagen bij de kerk. Wat verder ligt het kasteel van Orrouy dat werd gebouwd in de 15de eeuw. Het park van het kasteel is opengesteld voor het publiek en kan worden bezocht.
We passeerden onderweg het gehucht Champlieu, dat op een plateau ligt aan de rand van het bos van Compiègne. Hier kan men de ruïnes van een Gallo-Romeinse site uit de 2de eeuw bezichtigen: een tempel, thermen en een theater. Het theater bood plaats aan meer dan 3000 bezoekers. De resten van deze Gallo-Romeinse site liggen langs de Romeinse weg van Senlis naar Soissons.
Bordjes langs het pad waarschuwden ons dat de “jacht” bezig was. We merkten inderdaad bij een maïsveld een tiental jagers op terwijl een aantal drijvers lawaaierig door het veld liepen om het wild uit hun schuilplaats te jagen. Wij waren op onze hoede maar blijkbaar was het wild reeds gaan lopen want er weerklonk geen enkel geweerschot. Een vriendelijke jager legde ons uit dat er werd gejaagd op everzwijnen. Deze beesten eten graag landbouwgewassen en zorgen dus voor heel wat averij. Vorig jaar had men heel wat zwijnen kunnen schieten, maar dit jaar was de jacht voor niks geweest.
In het gehucht Champlieu kan men ook de ruïnes zien van het vroegere Romaanse kerkje. Ook het kerkje van Orrouy is trouwens heel mooi, zoals heel wat andere kerkjes in deze regio.
Vanuit Champlieu daalden we af via een pad door een bos en voorbij de verlaten boerderij van Doneval tot bij het “château de la Motte”.  Via een padje evenwijdig aan de weg wandelden we door de vallei van de “Automne” terug naar het startpunt.
Het circuit volgt bijna volledig het traject van de GR11B, een GR-pad door de vallei van de “Automne”. De GR11B is een aftakking van de GR11, een GR-pad van 700km rond Parijs.
Mijn fotoreportage: Orrouy 8 september 2018






La Chasse







Gallo-Romeinse site Champlieu







jacht op everzwijnen
Château de la Mothe – Orrouy
Kerkje van Orrouy


dinsdag 7 augustus 2018

GR800: wandelen in Picardië langs de Somme van bron tot monding

Het noordfranse departement Somme heeft de wandelaar heel wat te bieden. Zowel op het gebied van natuurschoon als op het vlak van cultureel erfgoed kan men heel wat ontdekken.
De gelijknamige rivier stroomt door het departement van Oost naar West: van de bron in Fonsomme naar de monding in het Kanaal nabij Saint-Valéry-sur-Somme. Enkele historische steden liggen langs de Somme: Saint-Quentin, Péronne, Amiens en Abbeville. Tijdens de eerste Wereldoorlog werd nabij het stadje Péronne aan de Somme hevig gevochten en er sneuvelden meer dan een miljoen soldaten. Ook aan de Somme is de klaproos het symbool van deze strijd. De streek tussen Albert en Péronne wordt dan ook “Le Pays du Coquelicot” of “Poppy Country” genoemd. De rivier vormde ooit de grens tussen Vlaanderen en Frankrijk. Nabij Valéry-sur-Somme mondt de rivier uit in het Kanaal in de baai van de Somme.

Tijdens enkele tochten heb ik de streek aan de Somme reeds kunnen verkennen.
Onlangs werd er door de Franse wandelfederatie een nieuw GR-pad geopend dat de Somme volgt van zijn bron tot monding: de GR800. Deze noordfranse regio ligt op een boogscheut van de Belgische grens. Een uitstekende kans om de Somme wandelend te verkennen.
De GR800 heb ik alvast op mijn to-dolijstje geplaatst. De topogids kan men aankopen via de webshop van Grote Routepaden. Ik heb mijn exemplaar ondertussen besteld.

zaterdag 21 juli 2018

een stukje GR121C tussen Valenciennes en Le Quesnoy

Wandelen in de streek ten zuiden van Valenciennes op de grens van de Hainaut en de Avesnois.
Langs de GR121C in de vallei van de Ecaillon tot Ghissignies. Daarna via Salesches en Escarmain langs het riviertje “le Saint-Georges” naar Saint-Martin-sur-Ecaillon en terug naar het vertrekpunt. Het traject van Ghissignies terug naar de startplaats was een eigen creatie.
De GR121C is een GR-pad in het Noorden van Frankrijk dat van West naar Oost loopt en Aubigny-au-Bac met het vestingstadje Le Quesnoy verbindt. In Aubigny-au-Bac (Vallée de la Sensée) sluit het pad aan met de GR121.  De GR121C is amper 49 kilometer lang.
Bij het voorbereiden van de tocht had ik de verbinding tussen Ghissignies en Saleches uitgetekend over het traject van een vroegere spoorlijn. Toen we ter plaatse kwamen, stelden we vast dat de oude spoorwegbedding volledig overwoekerd was met struiken en bomen en volledig onbegaanbaar was. Gelukkig was er een pad parallel aan de spoorlijn. Na vijfhonderd meter eidnigde het pad aan een poort die een weide afsloot. We klommen over de hindernis en stapten verder door de weide. Het volgende obstakel was een prikkeldraad waar we onder door kropen. We werden eventjes belaagd door een bende nieuwsgierige koeien en we doken opnieuw onder de prikkeldraad. Door een aardappelveld kwamen we bij de D86 die we nu volgden tot in Saleches.
Volgens Google Maps was er in het dorpje een café waar we eventjes wilden pauzeren. Na wat zoekwerk bleek de zaak gesloten.  Volgens onze bevindingen was dit waarschijnlijk al een tijdje zo gezien de bouwvallige staat van het etablissement. We stapten dan maar verder naar Escarmain. Ook hier was de bar/tabac gesloten. We vervolgden dan maar onze weg naar Bermerain. Van pech gesproken: het café waar we voor de start een koffie hadden gedronken was eveneens potdicht. Gelukkig konden we onze grootste dorst lessen met enkele flessen water die we in de wagen hadden achtergelaten.
Mijn fotoreportage: Bermerain 21 juli 2018









zondag 3 juni 2018

GR121 van Verlincthun naar Boulogne-sur-mer

Vijftiende en laatste etappe van de GR121 van Verlincthun naar Boulogne-sur-mer.
Vanuit Verlincthun kwamen we snel opnieuw tot bij de GR121. Het was nog vroeg maar de zon scheen reeds volop. Het zou een zonnige dag worden. We stapten doorheen het Forêt Domaniale de Hardelot tot bij het mooie gerestaureerde Chateau d’Hardelot.
Daarna volgde het Forêt Domaniale d’ Ecault. Via de “Chemin des Juifs” trokken we door de duinen richting Equihen-Plage. Deze betonnen weg door de duinen werd tijdens de Tweede Wereldoorlog aangelegd door Joodse gevangenen om de weg naar de bunkers van de Atlantik Wall toegankelijker te maken voor het Duitse leger. Een beetje verder konden we een eerste glimp opvangen van de Côte d’Opale.
We daalden via een pad door de duinen af tot bij het strand. Ondertussen hadden we ook de GR120 (GR du Littoral) vervoegd. In Equihen-Plage rustten we een eerste keer op een terras van een café-restaurant. De GR121 stopt(begint) eigenlijk in Equihen-Plage maar daarvan was er geen enkele aanduiding te bespeuren.
We bleven nu de GR120 volgen tot Boulogne-sur-Mer: over de zeedijk van Le Portel en daarna over het strand tot bij de haven. Aan de vissershaven van Boulogne, de grootste van Frankrijk, raakten we het juiste traject kwijt en moesten we nog eventjes op onze stappen terugkeren. We dronken nog iets in Boulogne en reden daarna naar Wimereux. We sloten het weekend af met een schotel “Fruits de mer” en “Moules Frites”.












zaterdag 2 juni 2018

GR121 van Montreuil-sur-Mer naar Verlincthun

Veertiende (en voorlaatste) etappe van de GR121: van Montreuil-sur-Mer naar Verlincthun.
Vorige week strandde onze GR121-tocht in Montreuil-sur-Mer, een vestingstadje op een boogscheut van de Côte d’Opale. We waren zo nog een 65-tal kilometers verwijderd van onze eindbestemming: Boulogne-sur-Mer. We planden twee etappes om deze afstand te overbruggen. Om niet nodeloos weg en weer te rijden naar West-Vlaanderen, reserveerden we een slaapplaats op een camping in Verlincthun. De GR121 loopt niet door het dorpje zelf, maar een paar kilometer zuidelijker. Het beloofde dus opnieuw een stevige tocht te worden. Gelukkig voorspelde de weerman geen tropische temperaturen. En inderdaad het werd niet warm want we wandelden bijna de ganse tocht in de nevel. Het leek wel een herfstdag in de maand juni. Na de middag brak het zonnetje door het grijze wolkendek.
We maakten eerst een ommetje door de oude binnenstad van Montreuil. We verlieten daarvoor het GR-pad, dat enkel over de vestingen loopt. Ook hier was de beroemde vestingbouwer Vauban gepasseerd. Het duurde een poosje vooraleer we een bar/tabac vonden waar we onze croissants konden opeten bij een “Franse” espresso: ons vast ritueel in Frankrijk. We dwaalden nog eventjes over de zaterdagmarkt en trokken dan op pad.
Het eerste dorpje op onze route was La Caloterie. Hier wachtte een straathond ons op bij de “Mairie” en zou ons een heel eind vergezellen. We wandelden over onverharde paden en graspaden door de weilanden in het dal van de Canche. Het riviertje mondt wat verder in Etaples uit in de zee. Onze trouwe, bruine metgezel bleef maar voor ons uit lopen en wachtte ons op bij elk kruispunt of splitsing en liep dan verder gedwee met ons mee.
Toen we in het plaatsje Enocq eventjes uitrustten in een café, duwde hij nieuwsgierig zijn snoet tegen de ruit van de deur. We dachten dat de viervoeter ons zou opwachten, maar toen we vertrokken was de hond verdwenen. Even buiten het dorpje verlaat de GR121 de weg en leidde een onverhard pad ons tussen vijvers. Zo te zien had het hier de laatste dagen flink geregend want het water stroomde over het pad van de ene vijver naar de andere. Waren we verkeerd gelopen? Volgens de GPS volgden we de goede route en eventjes voordien hadden we nog rood-witte GR -tekens opgemerkt. In elk geval zakten we steeds dieper tot over onze enkels weg in de modder tot het pad uiteindelijk een beekje werd. Er bleef niks anders over dan op onze stappen terug te keren en de “droge” route departementale te nemen, die parallel loopt aan het rivierpad. In Bréxent-Enocq kwamen we opnieuw op het goede traject.
In het dalletje stroomt de Dordogne, een zijriviertje van de Canche en niet te verwarren met de rivier in het gelijknamige departement in het Zuidwesten van Frankrijk. We volgden een onverharde weg die ons uit het dal van de Dordogne omhoog stuurde. Door de nevel viel er van de omgeving niet veel te zien en wat later waren we verrast toen plots voor ons een grote windmolen zichtbaar werd.
In het piepkleine Bernieulles rustten we eventjes uit op een bankje. De koelte van schaduw moesten we vandaag niet opzoeken. Enkele spelende kinderen zorgden voor wat “leven” in het dorpje. Voor de rest heerste hier de stilte. We dronken wat water en proefden van een stuk Camembert du Boulonnais, die we op de markt hadden gekocht.
Via het gehuchtje Enguinehaut, amper enkele huisjes, stapten we naar Thubeauville. Het GR-pad volgde hier een ander traject dan de GPX-track op mijn GPS. Het viel ons op dat er nauwelijks leven te bespeuren viel in deze streek en in de verstilde dorpjes. Er volgde een scherpe afdaling naar Sequières en daarna een klimmetje over een graspad. De zonnestralen priemden nu schuchter door de nevel. Het lager gelegen stadje Samer lag reeds volop in de zon. De GR liep nu pal westwaarts over een kaarsrechte “départemental”. In Le Haut Pichot verlieten we de GR121 en begonnen aan de afdaling naar Verlincthun. Een moedig groepje wielertoeristen begon aan de beklimming van “Le Haut Pichot” en zwoegde zich naar boven.
Het werd inderdaad opnieuw een ferme etappe met een redelijk vlakke aanloop. In de tweede helft kregen we opnieuw wat flinke kuitenbijters en scherpe afdalingen te verwerken. Het was een aangename kennismaking met deze mooie wandelstreek: de Boulonnais.
In een Auberge in Saint-Aubin kwamen we op krachten voor de slotetappe naar Boulogne-sur-Mer.









Door de Westhoek vanuit Leisele: langs beide kanten van de Schreve (18 augustus 2022)

Wandeling  vanuit het kleine  Belgische  grensdorpje Leisele . Ik wandelde langs beide kanten van de  “schreve” . Via het gehucht   Killem L...